Gambia 2016

Wat een bofkont ben ik ook, net terug van Sri Lanka en de volgende vakantie staat weer gepland. Door een gelukkige samenloop van omstandigheden vertrek ik samen met mijn vader (Martin) en zusje (Florin) voor een weekje naar Gambia ā€“ The smiling coast of Africa!

Dat Afrika in groot contrast staat tot Europa, zal niemand verbazen. Juist om die reden vinden wij het leuk om naar dit continent af te reizen, nieuwe culturen te leren kennen en in een korte tijd veel nieuwe indrukken te krijgen. Of dat gelukt is? Jazeker! Om te beginnen: het vervoer in Gambia. Je hebt twee keuzes: de groene of de gele taxi. Wanneer je kiest voor de gele taxi weet je dat je over dezelfde afstand tweekeer zo lang doet. Passagiers stappen lukraak in en uit en je betaalt een minimaal bedrag voor korte of langere ritjes. Kies je de groene taxi dan ben je zeker van een privĆ© taxi, ga je rechtstreeks naar je bestemming, betaal je meer en krijg je een chauffeur met rijbewijsā€¦ Echter krijg je nooit de garantie dat het veilig is en mag je er niet vanuit gaan dat de schokdempers nog werken. Wel ben je een ervaring rijker en rij je in alle Mercedes autoā€™s waar je in Nederland bij de sloop geld op toe moet leggen!

Gambia maakt zijn naam als the smiling coast, zeker waar. Een glimlach kost niets en aangezien deze Afrikanen over het algemeen geen gebrek aan tijd hebben, maken ze bewust tijd voor jou! Ongestoord over straat, op het strand of zelfs door het bos of bij je hotel lopen is er niet bij. Iedereen wil een praatje met je (lees: de blanke toerist) maken en het beroep van gidsen is hier geloof ik uit gevonden. Menig goedbedoelde adviezen en verzoeken (ja, ook aanzoeken) hebben we afgewezen om maar heel even tijd voor onszelf te hebben. Toch zochten wij als atypische toeristen, juist de lokale bevolking op. Zo liepen we op de lokale markt waar vrouwen hun beperkte gewassen vermarkten, kwamen we in de visserhaven Tanji midden in de handel van haring terecht en zochten we markten en dorpjes af opzoek naar dĆ© perfect gevlochten wasmand. Naast alle lokale belevingen waren er genoeg westerse invloeden aanwezig om niet alleen kip Yassa, Domoda of Benachin te hoeven eten. Zo kom je op ā€˜the stripā€™ alle westerse gerechten tegen die je maar kan bedenken.

Omdat Martin eerder met onze moeder naar Gambia was geweest, hadden wij onze eigen gids bij ons. Wij hebben daarom ook vooral de dingen gedaan die we alle drie interessant of leuk vonden. Zo zijn we naar het ziekenhuis aan de noordzijde van de Gambia River gegaan in het plaatsje Essau. Florin kon daar als verloskundige haar expertise delen en we kregen een kijkje in de primitieve omstandigheden waarin Afrikaanse vrouwen daar bevallen. De spullen die we uit Nederland meenamen, kwamen daar goed van pas en zeker het dokters tenue was een schot in de roos. De overtocht over de Gambia River was een verhaal apart. Vanwege de materiaalpech voer er maar 1 ferry waarop wij ruim 2,5 uur hebben gewacht en die vervolgens tot de nok aan toe werd volgeladen met alles wat je maar kunt verplaatsen. Autoā€™s, mensen, geiten, kippen, huisraad en voedsel werd aan boord gebracht. Ousman, onze porter hield ons continue in de gaten, wees ons de weg en zorgde voor een zitplaats en onze veiligheid. In zijn dorp Barra werden we uitgenodigd in zijn compound waar we zijn gezin ontmoette. Na afloop bedankten wij hem hartelijk en wisselden ons (Afrikaanse) nummer uit. Niet wetende dat we vervolgens de gehele vakantie dagelijks 5-10 door hem werden gebeld met de geĆÆnteresseerde vraag: waar ben je? Gambiaanse telefoongesprekken zijn doorgaans erg kort, zonder hallo of gedag te zeggen dus erg veel ā€˜lastā€™ hadden we er niet van.

Ongetwijfeld schrijf ik lang niet alles op wat we in Ć©Ć©n week meemaakten maar Ć©Ć©n ding kan niet ontbreken aan dit verhaal. Dagelijks gingen we rond 8.00 uur naar het strand voor onze work-out. Geheel in sportieve outfit renden we over het strand en trainden we alle spieren in korte sessies. Eenmaal in het zicht van de Gambianen Yaya en Adamo waren we zeker van twee trainingsmaatjes. Dit leverde hilarische foto momenten en een paar extra getrainde spieren op. Jaloerse voorbijgangers maakten geen kans want volgens Yaya en Adamo waren wij van henā€¦. Jajaā€¦ Tip: draag een ring, geef nooit je nummer en ā€˜nee, ik heb geen facebookā€™..

Wat een leuke ervaring om samen een weekje op pad te zijn, te genieten van de zon Ć©n de wind (soms brrrrā€¦koud!), de bijzondere mensen, de heerlijke verse fruitdrankjes en gezelligheid. ƉƩn week is te kort om het kleine land te ontdekken maar wij hebben genoten en komen graag eens terug.

Zuid-oostkust Sri Lanka 2016

Tuut tuuutā€¦. de taxi staat al vroeg klaar om ons van Ella naar het zuiden te rijden waar we graag het National Park Udawalawe vroeg in de ochtend willen bezoeken. Dit park staat bekent om de vele olifanten (meer dan 600!) die hier in het wild rondlopen. Sri Lanka wordt voor dergelijke parken wel eens vergeleken met oost Afrika. In alle vroegte maak je kans om een luipaard te zien. In de open Jeep met comfortabele stoelen rijdt onze gids over onverharde wegen, stopt op diverse plekken en vertelt graag over de olifanten families, buffels, pauwen en de vele verschillende vogels die we onderweg zien. Met een camera vol mooie fotoā€™s en een safari rijker, verlaten wij het park opzoek naar geschikt streekvervoer om verder te reizen. Om de zuidkust, onze eindbestemming, te bereiken wilden we drie streekbussen pakken. Helaas pakte dit idee van het goedkope vervoersmiddel iets minder voordelig uit dan verwacht. In de zinderende hitte 1, misschien wel 2 uur, wachten op de bus om vervolgens in ruim 3 uur naar de kust af te zakken, zagen wij niet zitten. We kozen uiteindelijk voor de driewieler (tuktuk) die ons in de helft van de tijd afzette op de plek van bestemming. Ingecheckt bij Frangipani genoten we van al het goeds wat de kust je kan geven: zon, zand, zee en verse vis. Het voelde als een afsluiting van een mooie reis door het binnenland en een goed begin van een iets wat meer relaxt vakantieritme.

Plannen maken we deze vakantie zelden en als we ze maken dan is het hooguit 1 of 2 dagen vooruit. Een bewuste keuze om zo optimaal te genieten van het hier en nu en niet als gekken alleen de highlights van het land te willen zien maar dieper de cultuur, de mensen en de omgeving ontdekken ligt ons meer. In Tangalla genoten we van de woeste zee, als kinderen doken we door golfen, bouwden zandkastelen en hielpen lokale vissers met het aan land trekken van hun 1km lange(!) visnet. Op advies van de franse Lolita vertrokken wij de volgende dag naar een afgelegen guesthouse Star Beach in het kleine plaatsje Goyambokka. Midden tussen de palmbomen verbleven we in alle stilte aan de ruige zee. Op een 20-tal agressieve bijen na, was dit een mooie basic rustplaats alvorens wij de volgende dag de lokale bus instapten op weg naar Matara. Als typische backpackers stapten we, de nog langzaam rijdende bus in, die vrijwel op alle plekken stopt waar je maar wilt. We namen plaats naast de locals op de smalle bankjes die graag een leuk gesprek met je aangaan. Deze busrit mag je eigenlijk niet missen, maar is ook niet bepaald een aanrader als je niet van Sri Lankaanse muziek, slalommen, toeteren of wagenziekte houdt. Een beetje misselijk maar toch lachend stappen wij bepakt en bezakt uit in Matara om even sfeer te proeven. De Nederlandse VOC invloeden zijn ook hier zichtbaar. Na deze korte pitstop wagen wij het er nog een keer op en stappen in de bus naar het dorpje Mirissa. Op goed geluk stapten we voor een leuk guesthouse genaamd Rose Blossom uit de bus. Twee dagen genieten we van de perfecte helderblauwe steen-en kwalloze zee en de gezellige vakantie sfeer. Mirissa is tevens de plek waar we zowel Lolita, als de gezellige Engelsen die we eerder in de bergen bij Nuawara Eliya ontmoetten, weer tegenkomen. Samen genieten we van happy-hour, de Engelse grappen, de reiservaringen en spreken we over de opmerkelijke cultuurverschillen. Als afsluiting varen we 5 uur lang mee op een Whale-watching trip om uiteindelijk 1 walvis te spotten. Het was het proberen waard maar wat ons betreft geen aanrader, mede vanwege het hoge toerisme gehalte wat niet ten goede van het zeeleven komt.

Onze relaxte manier van reizen zorgt ervoor dat we vaak een slaapaccommodatie 1 dag van te voren reserveren (gemakkelijk en goedkoop te doen met een Sri Lanka SIM kaart), vroeg opstaan en rond het middaguur naar de volgende bestemming afreizen (max. 2-3 uur reizen). Omdat we graag langs de kust omhoog naar Colombo trekken, kiezen we ervoor om door te gaan naar Galle, bekent om The Dutch Fort. In Galle verblijven we in het oude Hollandse hotelletje genaamd Weltevreden met een oude maar vriendelijke eigenaar. Wederom is het een typisch Sri Lankaanse kamer waar alles voor 90% af is. Tot nu toe douchen we veelal in half afgemaakte badkamers met gescheurde douchebakken of halve douche schermen. Onze keuze voor de middenklasse accommodaties (5000-6000 RP per nacht) betekent; eerst je bed controleren op beestjes voor je gaat slapen, een eigen kussensloop mee ā€˜just in caseā€™ en veelal een douche waar je eerst wat mankementen moet verhelpen voor je kunt ontspannen. De goedkope Chinese producten zorgen er mede voor dat zelfs alle nieuwe badkamers, snel gebreken vertonen. Het assortiment sanitair is hier echter zeer kleurrijk dus mocht je nog een roze, blauwe of groene wasbak of pot wensen, dan is dit zeker the place to be! :-)

Terug naar Galle. De Dutch Fort is vernoemd naar de overwinning van de Hollanders op de Portugezen rond de 16de eeuw en herbouwd met het beroemde Nederlands watermanagement systeem. Dit zorgde er voor dat tijdens de tsunami het fort de grootste klap kon opvangen de schade beperkt bleef. We bezochten een oud Hollands museum waar de gids met trots het ā€˜boerenbond serviesā€™ en vele oud Hollandse munten presenteerde. Na een wandeling over de muren van het fort, de vuurtoren en de kleine smalle straatjes trokken wij ons terug. De volgende dag begon ons nieuwe avontuur. Nadat wij de schoolkinderen in de zee zwemles zagen krijgen, pakten we de bus om een klein stukje terug te reizen in de richting van het Kogalla meer.

Op aanraden van KNRM collega Jan kwamen we in contact met Nederlanders Bianca en Ties die 11 jaar geleden net na de tsunami naar Sri Lanka kwamen om de lokale bevolking te helpen. Een paar jaar geleden hebben zij in Kathaluwa een eigen huis gebouwd en zijn ze volledig opgenomen in deze community en de Sudeeva familie. Het warme ontvangst, de openheid en contacten met de lokale vissers, de gastvrijheid en het heerlijke eten, zorgden er voor dat wij uiteindelijk onze laatste vakantieweek bij Bianca en Ties zijn blijven hangen. In tegenstelling tot alle andere accommodaties kregen wij een 100% afgewerkte badkamer, slaapkamer en gehele verdieping tot onze beschikking. Dagelijks kookte de buren overheerlijke curries en vis. De dagen vlogen voorbij waarbij we alle stranden in de omgeving hebben bezocht, op de mountainbikes een grote ronde om het binnenlandse meer hebben gefietst, mooie golfen hebben gesurft en een poging tot snorkelen gedaan. Door de lokale contacten werden ook wij uitgenodigd voor diverse activiteiten. Zo speelden wij spelletjes met de buurtkinderen, hielpen we vissers met het lanceren van de boot, dronken thee bij een gezin aan het water enā€¦ niet lachenā€¦ we mochten een ongesteldheidsfeest (big girl party genoemd) meemaken. Dit feest wordt gehouden op de, volgens boeddhisten, meest geschikte volle maandag na de eerste keer dat het meisje ongesteld is geworden. Een vreemde aanleiding voor een feest vonden wij maar goed, wij werden van harte uitgenodigd om aan te schuiven voor het buffet en het feest. Samen met Bianca en Ties zijn wij weer een ervaring rijker en deze lieve mensen hebben ook om ons, lange blanke Europeanen, kunnen lachen.

Nu de reis langzaam ten einde komt beseffen we hoe gaaf deze vakantie is geweest, hoeveel leuke bijzondere mensen wij hebben mogen ontmoeten en hoe variƫrend een eilandrondreis kan zijn. Drie weken blijken niet voldoende om het gehele eiland goed te ontdekken, mede vanwege de seizoenen was de keuze voor het binnenland en de zuidwestkust in de maand februari en maart voor ons de beste optie. Wij hebben veel bewondering voor alle projecten die Bianca en Ties zelfstandig opzetten om de lokale bevolking een toekomst te bieden. De hoeveelheid projecten zijn teveel om zo te benoemen maar het brillenproject, de hulp aan de dove buurjongen, het voedselpakket tijdens kerst, de introductie van gedichten om iets positiefs over een ander op te schrijven (lastig voor de vaak afgevlakte emoties van boeddhisten) en het overlevingspakket voor de vissersmannen. Het zijn allemaal voorbeelden van kleinschalige initiatieven waarmee de bevolking daadwerkelijk geholpen wordt. Zelf hebben wij ook een bijdrage geprobeerd te leveren door kleding en wat losse spullen achter te laten en ja, ook met onze maten komt het bij de goeie mensen terecht!

Reizen door Sri Lanka geeft veel energie en raden wij eigenlijk iedereen aan die de cultuur en daarmee de bevolking respecteert en het kastensysteem niet misbruikt. De verscheidenheid aan vervoersmiddelen die beschikbaar zijn, zelfs een watervliegtuig, bieden jongeren, volwassenen en gezinnen alle mogelijkheden. Een land waar toerisme sterk opkomt maar waar je met gemak ook voor minder toeristische plekken kunt kiezen. Wij hebben op het rustige strand van Kogala 6 baby schildpadjes mogen vrijlaten. Over dertig jaar zullen zij op exact hetzelfde strand terugkomen. Hoe mooi zou het zijn als de kust dan niet volledig is volgebouwd en het beroep als visser nog kan worden voortgezet.

Onze reis sluiten we af met een laatste bezoek aan Colombo. Met de highway bus rijden we van Galle naar Colombo waar Jan ons met Mahesh ophaalt, ons naar de eerste en laatste kledingwinkels brengt waar wij de tassen weer aanvullen. Na een afsluitend diner met Jan, Mahesh en Rushika stappen wij het vliegtuig in om via Dubai terug in Amsterdam te komen.

Sri Lanka, wat was je mooi, warm en vriendelijk!

Sri Lanka rondreis

Na een korte vlucht van ongeveer 4 uur vlogen we met Emirates van Dubai naar Colombo, Sri Lanka. Aangekomen werden wij vriendelijk onthaalt door KNRM collega Jan Verbiest. De eerste nachten konden wij bij zijn vrienden Mahesh en Rushika overnachten. Zij konden ons vele tips geven over de nog ongeplande rondreis die wij wilden maken. Een dagje bijkomen op het strand van Mt. Lavinia was een goede vuurdoop op dit fijne eiland. De Sri Lankanen zijn uiterst behulpzaam, vriendelijk en gastvrij. In huis bij Mahesh en Rushika worden diverse lokale gerechten geserveerd die wij met veel plezier verorberen; diverse curries, dahl, curd (een zachte kwark van buffel melk) met palmstroop Kitu genaamd vielen erg in de smaak. Het huis wordt 24/7 bewaakt door Uncle die de familie op hun wenken bediend, het huis en de tuin onderhoudt en zich ondergeschikt opstelt door op een matras achter in het bijgebouwtje op een frame van houten blokken tussen de huisraad slaapt. Samen met Jan verkennen we de stad Colombo en worden we naar allerlei lokale bezienswaardigheden gebracht. Zo bewonderden wij de tempel van Buddah, de authentieke haven, de lokale markt en de olifanten die op vrachtwagens naar de stad worden gebracht voor de parade op de nationale feestdag. Na een paar mooie dagen kiezen wij ervoor om onze reis met hun auto en privƩ chauffeur, in noordelijke richting voort te zetten.

De eerste stop is bij de Elephant Orphange in Pinnewalla waar wees olifanten worden opgevangen en verzorgd. Een toeristische trekpleister, maar wel met zorg gekozen. Nadat de olifanten in de rivierbedding zijn afgekoeld mogen wij de stugge huid voelen en is Paul in een paar seconden zijn heerlijke rode(!) bananen kwijt..hihi ā€œbedenk goed wat je met je laatste banaan doetā€¦ā€. Onze driver rijdt ons via de drukke weg zeer beheerst naar Dambulla, waar we tegen het vallen van de avond arriveren. Een mooie lodge geef ons even de rust en verkoeling (met name het zwembad) om deze drukke en warme dag te verwerken. Na een heerlijk diner, duiken we vroeg ons bedje in.

De volgende ochtend vertrekken we na een goed stevig ontbijt vroeg richting Sigiriya. Deze rots staat bekend om zijn toch wel beetje aparte verleden. Vroeger woonden hier twee broers; een onderaan de rots, en de ander op de rots. Omdat de jaloerse jongste hun vader vermoorde om zo een stapje dichter bij de troon te komen, werd de oudste zo bang dat hij naar de top van de Sigiriya rots vluchtte en daar zijn intrede deed. De restanten van zijn verblijf hebben wij bezichtigd en na de vele traptreden konden wij genieten van het mooie wijde uitzicht.

Onderweg richting Kandy zijn we vlak voorbij Dambulla bij de Cave tempels met frescoā€™s en boeddhistische standbeelden gestopt. Best een pittige klim naar de top bij 30+ graden, maar de moeite waard. We maakten volop gebruik van onze driver, die ons keurig bij de Spice Gardens afzette waar wij binnen 1 uur dusdanig veel informatie over allerlei specerijen kregen dat we als natuurgenezers en currykokers aan de slag kunnen. Aan het einde van deze intensieve dag komen we aan in de pelgrim stad Kandy, waar de tand van Buddah ligt (die niemand ooit echt gezien heeft). Het hele verhaal hierachter is redelijk complex, maar zeker de moeite waard om te realiseren waarom dit voor boeddhisten zoā€™n belangrijke plek is. De verschillende religies die wij in Sri Lanka tegen komen willen wij respecteren, zeker omdat we gasten zijn en je het hierdoor toch iets intenser beleeft. Daarom dragen we kleding die de knieĆ«n en schouders bedekken, trekken we ons schoeisel uit wanneer we een tempel binnen stappen en keren we Buddah nooit de rug toe.

Voor wie als backpacker rondreist is er eigenlijk maar 1 bijbel die door alle backpackers wordt geraadpleegd: de Lonely Planet. Het boekje duikt overal op en het lijkt bijna een religie te worden! Niet echt interessant om thuis te lezen maar onmisbaar op een rondreis zoals deze, al is het maar om een guesthouse te vinden, de leukste restaurants of de bezienswaardigheden die je absoluut niet mag missen. Zo vertrokken we vanuit ons hotel in Peradeniya, na een fantastische wandeling door de Botanic Gardens met de meest bijzondere boomsoorten en uitzonderlijk grote vleermuizen (vliegende honden!), met de lokale trein in de richting van Nanu Oya. Een tweede klasse kaartje voor deze 3 uur durende treinreis kost 150 RP zoā€™n 90 euro cent per persoon. Voor 100 RP (0,64 euro cent):

  • koop je een 1,5 liter fles water
  • geeft je een redelijke fooi
  • pak je een tuktuk voor een paar kilometers
  • koop je 100 belminuten

De gammele oude trein neemt je langzaam doch gemoedelijk mee door een indrukwekkend landschap met thee plantages, groente tuinen, zwaaiende mensen en veel verschillende groene heuvels met allerlei soorten bomen. De trein komt uiteindelijk op ongeveer 2200 meter hoogte tot stilstand in Nuan Oya, het eindstation om richting Nuwara Eliya te reizen. Nuwara Eliya is het hoogst gelegen stadje van Sri Lanka en wordt ook wel ā€˜little Britainā€™ klein Engeland genoemd en dat is duidelijk terug te zien in de bouwstijl van het postkantoor, de woning van de premier en de high tea die je kunt nuttigen.

Op het station komen we bij toeval in contact met de manager van de cottage die bovenaan ons lijstje hadden staan (uit onze Loney Planet bijbel) om te overnachten. Hij laat ons weten dat hij nog plek heeft in zijn King Fern Cottage. Een geweldig leuke kleinschalige accommodatie gelegen aan de golfcourse met veel tropisch planten en een vriendelijke manager die ons verwelkomt met, jawel: THEE! Per jaar exporteert Sri Lanka 340 miljoen kilo thee wereldwijd. Vanaf de VOC tijd werd Sri Lanka genoemd naar het belangrijke export product: Ceylon. Dat verklaard de theecultuur waarbij vrij sterke, vaak zwarte thee volgens Brits recept geserveerd wordt met een ā€˜ wolkje melkā€™. Wij kiezen met zā€™n tweeĆ«n een family room en besluiten direct om niet 1 maar 2 nachten te blijven.

Ondanks het typische Engelse weer (om 4 uur kouder en regen) genieten wij volop van de ongedwongen sfeer, het smaakvolle lokale eten en de gezelligheid van reizigers. Paul en ik willen Nuwara Eliya niet verlaten voor wij ons golftalent op de hoogste golfbaan van Sri Lanka testen. Een volledige dag spenderen wij op de NEGC. Op deze Engelse golfclub treffen wij nog butlers en verplichte caddies aan. We spelen voor de lunch 18 holes en krijgen tips van onze persoonlijke caddy. Na de lunch vindt golfpro Raju het leuk om nog eens 6 holes met ons te spelen en geeft tegelijkertijd aanwijzingen om onze swing te verbeteren. Nadat het Engelse weer is losgebarsten druipen we de baan af om bij het haardvuur moe maar voldaan op te warmen.

Tijdens ons verblijf in King Fern ontmoeten we Lolita uit Frankrijk, een reislustige madam van onze leeftijd die samenwerkt met de beroemde documentaire makker Yann Arthus Bertrand die ondermeer ā€˜Humansā€™ gemaakt heeft. Het klikt goed en besluiten samen een paar dagen op te trekken.

De omgeving staat bekent om de Horton Plains National Park & Worldā€™s End. Echt een aanrader en een must-do voor iedere reiziger. In alle vroegte (05:00) vertrekken we met de taxi naar het National Park, waar we in een kleine 4 uur de geweldige wandelroute belopen en genieten van de mooiste uitzichten, verschillen in vegetatie en ontwaken van allerlei dieren in het park. Een nieuw avontuur staat ons te wachten: het nemen van de, door mist en regen vertraagde, trein waarvan de vertrektijd in deze omstandigheden onbekend is. Tijdens onze autorit langs het spoor constateert onze driver dat de trein toch lijkt te arriveren, we springen snel de taxi uit, kopen op het laatst mogelijke moment een kaartje en lukt het ons om een trein te pakken richting Ella. Vanwege de beperkte zitplaatsen mogen we 3 uur in de goederenwagon van 1e klasse plaatsnemen met onze 3e klasse treinkaartje (50 RP!). We lachen er alle drie om en beseffen dat ook deze primitieve manier van reizen bij Sri Lanka hoort. Lunch koop je onderweg bij de lokale verkopers die gefrituurde pittige hapjes, fruit en drinken verkopen. De beetje humeurige conducteur en sommige omhooggevallen 1e klasse reizigers werken op onze lachspieren en genieten dus ook met volle teugen.

Aangekomen in Ella passen we maar net met zā€™n drieĆ«n in de TukTuk, die ons naar Sitaā€™s Heaven guesthouse brengt. Nadat de wolken zijn opgetrokken, kijken we met verbazing naar de bergen, Ellaā€™s Rock en Little Adams Peak, waar onze kamer uitzicht op heeft. Nu al een voorbode voor een wat langer verblijf! De gepassioneerde eigenaar JP zorgt voor een fijn verblijf en verteld met veel levenservaring over het ontstaan van deze plek. Om onze sportieve vakantie voort te zetten kiezen we ervoor om in 5 uur de Ella Rock te beklimmen. Onder begeleiding van gids Rayn wandelen we via het treinspoor, de waterval en de vele bospaden naar de top waar het uitzicht op Little Adams Peak en de omgeving van Ella fantastisch is. Onderweg verteld onze gids volop over zijn eigen leven en doet dit in uitzonderlijk goed Engels. Na een frisse duik in de waterval en wassen met de locals brengt een kort ritje in de lokale bus ons terug naar Ella. Een late lunch gaat er zeker nog in en wat is er dan beter dan de lokale specialiteit, Rotti! Met onze volle buiken en vermoeide benen begeven we ons van een welverdiende massage op de toch iets te kleine massage banken. Maar het gegiechel van de massage dames maakt alles goed. Net als we terug willen gaan naar onze cottage, komen we ineens Ryan weer tegen. Hij wil graag toch even een biertje drinken met Paul terwijl de dames even nog een ā€œcurd met honeyā€ verorberen. Paul ervaart dat de lokale pub in Ella een te grappige plek is om samen met gids Ryan naartoe te gaan. Zeker als je weet dat boeddhisten eigenlijk niet mogen drinkenā€¦ maar goed, ook Buddah zal af en toe wel een oogje toeknijpen zullen we maar zeggen. Nadat Ryan klaar is met zijn verhalen over het geloof en de linken met een een vliegtuigmotor, drinken Paul en hij de laatste slok om vervolgens ā€˜de damesā€™ weer op te zoeken. Deze slokken van het wat zwaardere bier bleken toch iets te snel voor Ryan en een beetje tipsy nemen we lachend afscheid van deze warme en prachtige gids die onze dag helemaal heeft gemaakt. De volgende dag beklimmen we Little Adamā€™s Peak en maken we nog een prachtige wandeling door het gebied, schieten wat fotoā€™s van de trein die over Nine Arch Bridge rijdt en worden we rijdend tussen de theeplantages teruggebracht door een dokter, nadat we toch een beetje de weg zijn kwijt geraakt. Wat een behulpzame mensen!

Arabisch Emiraat Dubai

De lang gekoesterde droom van Paul is dan eindelijk uit gekomen: we vliegen in 6 uur met de Airbus A380 van Amsterdam naar Dubai om een paar dagen te acclimatiseren voor wij doorvliegen naar Colombo voor onze eindbestemming Sri Lanka. Met de opgedane kennis en ervaring van voorgaande reizen, hebben wij met gemak beide backpacks ingepakt, de visums geregeld en alleen voor de eerste paar nachten de accommodatie geboekt.

Met goede zin en vooral een glimlach van oor tot oor, stappen wij de enorme vliegmachine binnen. Paul kijkt zijn ogen uit als hij door de ā€˜Galleyā€™ (vliegtuigkeuken) loopt. Als engineer van vliegtuigkeukens gedraagt hij zich als een kind in een snoepwinkel. Ik hoef mij nergens druk om te maken, want meneer heeft de beste stoelen al gereserveerd met uitzicht opā€¦jawelā€¦de Galley (en de stewardessen natuurlijk). Met verbazing luistert Paul naar de stille motoren tijdens het opstijgen. Indrukwekkend om met zoveel gemak, comfort en beenruimte in economy class naar het droge Arabische Emiraat te vliegen. Als we na middernacht in Dubai aankomen draait de 24-uurs economie op volle toeren. Taxiā€™s rijden af en aan en in 25 minuten worden wij door de meest vriendelijke taxi chauffeur naar het hotel gereden. Onderweg meldt hij keurig alle bezienswaardigheden die wij zeker niet mogen missen tijdens ons korte verblijf.

Op advies van de chauffeur genieten wij de volgende dag van het hoogst mogelijke uitzicht vanaf de Burj Khalifa (828 meter!), lopen we door de Dubai Mall waar de duurste merken vertegenwoordigt zijn, genieten we van de wandelroutes en zien we de bouw van het nieuwe concertgebouw. Als de avond valt bewonderen wij de lichtshow op de 828 meters hoge Burj Khalifa en genieten we van meerdere fonteinen onder begeleiding van de sfeervolle muziek van meneer Bocelli en proeven we de eerste lokale gerechten. Moe maar voldaan reizen we met de metro terug naar het hotel om de volgende dag fris en fruitig de rest van de stad te bekijken.

Met het openbaar vervoer kan je vrijwel overal komen en gelijkertijd veel highlights van de stad zien. Dubai Marina was voor mij nieuw. Waar ik 6 jaar geleden met mijn ouders bij ā€˜The Walkā€™ de meest luxe vierwielers voorbij zag komen, reden nu relatief betaalbare autoā€™s. De gebouwen van de Dubai Marina zijn in mijn beleving in die jaren volledig samengevoegd met het, toen nog, kale stuk publieke strand. Nu zien wij een volledig ontwikkelde strandpromenade inclusief buiten fitness/sportschool en diverse strandpaviljoens. Wij vervolgen onze route naar Palm Island waar je met de monorail naar het einde kunt reizen. Aangekomen bij het uiterste puntje bij Resort Atlantis, vind je met moeite een stuk publiek strand omdat vrijwel alles voor de betalende toeristen is gereserveerd. Een uiterst vriendelijk beach lifeguard verteld mij met trots hoe hij het strand bewaakt, zelfs met meerdere kleurcoderingen en communicatie met vlaggen i.p.v. portofoons Wij verwennen ons met een Gordon Ramsay lunch en sluiten ons bezoek af in de Dubai shopping Mall waar je ook kunt skien en pinguĆÆns kunt voeren (maar net iets tĆ© decadent om te doen tijdens onze trip). Terwijl veel Europeanen nu de sneeuw in duiken, stappen wij de volgende ochtend bij Emirates (ā€˜morrende Paul, geen A380!ā€™) aan boord en vliegen we naar de zon!

Opmerkelijk: een fixe regen/onweersbui in Dubai waardoor straten onderlopen (geen afvoerputten in de straat, geld was op?) en lekkages tevoorschijn komen (blijkbaar geen examenonderdeel voor dakdekkers in Dubai).
Hoogtepunt: letterlijk en figuurlijk de Burj Khalifa!

Thailand en Maleisie

We vervolgen onze reis van Banda Aceh, Sumatra via Kuala Lumpur naar het meest noordelijk gelegen eiland van Maleisiƫ, Langkawi. Vanaf dit eiland besluiten we zon en strand op te zoeken waar we de laatste week van onze vakantie willen verblijven. Met een ferry worden we de volgende dag naar Koh Lipe, het meest zuidelijke eiland van Thailand gebracht.

We arriveerden in een houten bootje met bijzonder grote buitenboord motor over de prachtig heldere blauwe zee op het zandstrand van dit klein eilandje. We verwachtte een rustiger eiland, echter vanwege Chinees nieuw jaar bleek alles volgeboekt en was het een uitdaging om accommodatie te vinden. Waar we in Indonesiƫ een week konden overnachten konden we op Koh Lipe 1 nacht ons oor rusten op een schoon bed J .. Nadat we geacclimatiseerd waren hebben we met verbazing gekeken naar de (voornamelijk) Chinese invasie, leuk die verschillen in cultuur.

Zowel de Indonesische, Maleise als Thaise keuken bevallen ons zeer goed. Vele smakelijke lokale gerechten hebben we mogen proeven. Verse zwaardvis werd sā€™avonds op het strand geserveerd, mango sticky rice bleek een heerlijk toetje en het water loopt weer in mijn mond als ik denk aan alle curries, nasi en rendang gerechten die zoā€™n smaak sensatie waren dat je mij er sā€™nachts voor wakker kan maken. Ook de ā€˜Thaiseā€™ massage was een succes evenals alle verwennerijen voor je voeten, handen, nek en schouders.

Koh Lipe was het perfecte eiland voor de laatste zon week waar ik in alle vrijheid in bikini de prachtig (warme!) oceaan in mocht duiken. Paul en ik hebben meerdere malen per dag gesnorkeld en de meest mooie kleurrijke vissen van dichtbij mogen bewonderen. Het koraal is hier niet of nauwelijks aangetast en er is, in vergelijking met Sumatra, weinig vervuiling. Een goed initiatief is de wekelijkse beach clean up, waarbij toeristen en locals het (aangespoelde) plastic van de stranden opruimen en, met het afval van het eiland, samenpersen op de kleine afvalverwerkingsplek midden op het eiland. Het overgrote gedeelte van Koh Lipe hebben we kunnen bewandelen en met een kajak zijn we naar een heel klein eilandje gepaddeld waar we door kleine visjes werden aangevallen (territorium verdediging J).

Ontspannen en lekker gebruint vertrekken we weer naar Maleis grondgebied. Aangekomen bij Chenang ā€“ inn waar we eerder 1 nacht overnachten op aanraden van een oud studie genootje, werden we gevraagd of we de volgende dag als ā€˜ringen jongen en meisjeā€™ willen fungeren bij een trouwerij. We vonden het wel een apart maar grappig aanbod van de lieve manager van het appartementen complex en dus stemden we in. Langkawi hebben we op een scooter verkent en bleek vanaf het hoogste punt, waar we met een gondel naartoe gingen en over een brug konden lopen, toch best een groot eiland. Terug in het dal zochten we de weg naar Piaā€™s restaurant, waar we met uitzicht over een vlakke ā€˜rangeā€™ heerlijk konden eten. Nadat we ons een volledige dag vermaakten ontmoette we het bruidspaar. Ze bleken geen familie of vrienden mee genomen te hebben maar wilden met onbekenden hun trouwfotoā€™s maken. Waarom precies weten we niet maar het was hilarisch om er bij te zijn.

Helaas zit de vakantie er dan bijna op, na een heerlijk ontbijt worden we door de meest vriendelijke manager naar het vliegveld gebracht en vertrekken we naar Kuala Lumpur. Aangekomen in ons hostel midden in de stad, moeten we weer even wennen aan alle drukte. We besluiten het mooiste en hoogste gebouw (452m) te bewonderen, de Petronas Twin Towers. De laatste dag spenderen we in de hop on hop off bus waardoor we een beter beeld krijgen van de stad. We bezoeken de vlindertuin en de Kuala Lumpur Tower, Menara hoogste zendmast (420m). Als afsluiter genieten we van een laatste massage en vertrekken we naar het vliegveld om in een nachtvlucht van 11 uur terug naar Nederland te vliegen. Aziƫ; het was fantastisch!

Sumatra, Indonesie

Het is begonnen! De lang verwachtte reis naar AziĆ« begint met een nachtvlucht naar Kuala Lumpur om vervolgens direct door te vliegen naar de hoofdstad van het Indonesische eiland Sumatra, Medan. Aangekomen in de Aziatische drukte, was het leuk om de verbazing van Paul zijn gezicht te lezen tijdens de dolle taxirit naar het hotel. Wakker worden door de zon, ontbijten met Indische lekkernijen (Nasi J) en sfeer proeven buiten de hekken van het hotel waar wij, buitenlanders, de grootste attractie blijken te zijn. Medan is een stad om te ontwijken. Zoals in de lonely planet staat geschreven ā€˜the worst place to beā€™. We vertrokken daarom ook snel richting Bukit Lawang, aan de rand van het Gunung Leuser National Park waar we een geweldige Jungle trekking hebben gedaan en samen met de gids Sugar maar liefst 8 (!!) Oerang Oetans in het wild gezien. Ik zal het moment nooit meer vergeten dat deze bijzondere ā€˜mensā€™ hangend aan een tak, mijn hand openvouwt om een stukje fruit te pakken en je zo aandoenlijk aankijkt dat je ze het liefst elke dag wel wil opzoeken. Na de jungle tocht mochten we relaxen op een binnenband terwijl de gids ons de rivier liet afgaan.

De Islamitische invloeden zijn duidelijk zichtbaar, veel vrouwen met hoofdoeken en bedekte schouders en knieƫn. Ik voelde mij niet op mijn gemak om mijn Westerse zomeroutfits te dragen. Dat werd met kleren aan zwemmen en tussen de locals haren wassen in de Bohorok rivier!

Vanuit Bukit Lawang rijden we met een volgepropte ā€˜toeristbusā€™ in 5 uur naar Berastagi, het vulkaandorp in de Karo hooglanden waar we in alle vroegte de sunrise boven op de 1400m hoge wilden zien. Samen met de twee Zwitsers Boris en Miriam, beklommen we de, naar rotte eieren (zwavel) stinkende vulkaan waar we al bibberend van de koude lucht een glimp van de zon probeerden op te vangen. Vanwege de bewolking was de sunrise niet zoals gehoopt. Toch was het leuk om de top te beklimmen en via de stoom spuitende gaten de weg naar beneden te vinden en op te warmen in de ā€˜hotspringsā€™. We besloten na een lekkere Indische maaltijd voor een prikkie, met zā€™n vieren een taxi te pakken en door te reizen naar Lake Toba. Tijdens de taxirit deden we verschillende toeristische trekpleisters aan die, voor westerse begrippen, veelal vervallen waren. De Batik houten huizen op palen waar 8 gezinnen op houten planken met stoffen doeken als scheidingswand primitief wonen heeft indruk gemaakt evenals de eindbestemming; de drukke markt in het dorp Parapat waar we uitstapten om de boot te pakken naar Samosir Island.

De oversteek naar Samosir, het vulkanisch eiland omringt met het zoete diepe (>450m) water van Lake Toba was een verademing na de bizarre, soms levensgevaarlijke taxiritten. Uitwaaien op het bovendek van een vol passagiersbootje was heerlijk. Boris en Miriam waren zo vriendelijk om ook voor ons al een accommodatie te boeken net buiten de drukte van het dorpje TukTuk. De boot leverde ons af bij Mas Cottage, waar we voor nog geen 12 euro per nacht een tweepersoonskamer konden boeken op 3 meter van het water. Gevoelsmatig begon de vakantie hier echt, lekker weer, zoet zwemwater zonder teveel rare vissen, heerlijk eten en gezellige backpackers om ons heen en (nog) geen verdere plannen. Uiteindelijk zijn we een week gebleven, vrijwel het gehele eiland rondgereden op de scooters, en mountainbikes, gezwommen, meerdere malen het dorp TukTuk bewandeld en een Indonesische Batak wedding mogen bewonderen. Paul heeft samen met de koks van Mas cottage op verzoek Beef Rendang mogen maken. Als linkshandige plette Paul de specerijen met links waarop de dames erg moesten lachen (daar veegt men iets anders mee af, Paulā€¦). Na een paar uur wachten konden we genieten van overheerlijke Rendang, mmmm!! Ook hier ontmoette we wederom een leuk stel uit Canada, Karen en Bob die we later op Pulau Weh weer zullen zien. Omdat Samosir de enige plek in Sumatra is waar men overwegend Christelijk is, was het hier niet zoā€™n probleem om in bikini te zwemmen of met korte broek over straat te lopen.

Onze volgende bestemming werd het eiland Pulau Weh. Vanaf Samosir Island boekten we via Mr. Brown ā€œfrom a small townā€ een taxi en vlucht naar Banda Aceh, het noordelijkste gedeelte van Sumatra waar in 2004 de Tsunami ramp plaats vond. Met een ferry maakten we de oversteek naar Pulau Weh waar we met Lumba Lumba diving, veel duiken hebben mogen maken. Paul heeft zijn Padi advanced certificaat gehaald en veel duiken hebben we samen kunnen doen. De onderwaterwereld blijft ons verbazen, ook met weinig zicht door de vele plankton waren deze duiken bijzonder. Teveel om op te noemen maar o.a. Parrot fish, dragon fish, seahors en eagleray(!). Het lengte verschil tussen duikinstructrice Titta en Paul leidde vaak tot hilarische momenten vooral bij het navigeren en het maken van zoekslagen (4 voor paul = 8 voor Titta). Het zeer Islamitische eiland was niet geschikt voor zonaanbidders, of naaktlopers. Goed bedekt liep ik elke ochtend 20 min naar ā€˜mevrouw donutā€™ om pakketjes Nasi Tolor te halen. Als ik vroeg genoeg kwam (voor 7.30 am) kon ik kleine donuts kopen voor 7 cent per stuk. Elke ochtend werden onze gesprekken iets langer en leerde ik tellen en bestellen in de Bahasa Indonesische taal.

Na ons duikavontuur verplaatsten wij ons naar Freddies in het dorp Sabang. Freddies, bekent om zijn geweldige 4 gangen maaltijden, is een ultieme gastheer op leeftijd. Hij was ontroerd toen ik de groeten van Wies Goedhart (vriendin uit NL) overbracht die een paar jaar geleden hier was. We herenigden met Bob en Karen die hun reis ook voortzetten op Pulau Weh. Samen hebben we het gehele eiland ontdekt op scooters, raakten we in een (handen en voeten) gesprek met twee locals die ons uitnodigden om te genieten van het mooiste uitzicht over de oceaan vanaf hun stukje grond. Op aanraden van velen aten we na lange tijd geen rijst maar pasta bij Bixxio, met Italiaanse kokkin en verrukkelijke Tiramisu.

Overal waar we hebben gereisd op Sumatra viel het mij op dat het plastic probleem hier een enorme schade toe brengt aan de natuur en de onderwaterwereld. Het is schrikbarend hoe weinig aandacht de lokale bevolking lijkt te hebben voor het opruimen van de onverteerbare troep. De omvang van dit probleem is niet voor te stellen. Na een ramp als de Tsunami in 2004 zou je verwachten dat de infrastructuur met de internationale steun, zou zijn verbeterd. Een aantal zichtbare verbeteringen zoals goed begaanbare wegen en vluchtroutes zijn gemarkeerd. Afvalverwerking, riolering of schoon drinkwater zijn nu nog een illusie. Veel toiletvoorzieningen spoel je door met schep water, drinkwater koop je in plasticflessen en als je geluk hebt kun je deze op een aantal plekken opnieuw vullen maar afval wordt niet tot weinig verzameld, opgehaald en vernietigd. Zelfs varend op de oceaan is de plastic vervuiling zichtbaar. De Volvo Ocean race deelnemers merkten dit ook op toen ze begin februari hier voorbij voerenā€¦

Banda Aceh kan je niet voorbij gaan zonder bezoek aan het Tsunami museum. Een ramp van enorme omvang in een toenmalig conflictgebied. De 19 meter hoge verwoestende golf nam alles en iedereen mee. De dieseltanker van 60m en meerdere andere boten liggen nog steeds midden in de stad. Gek genoeg is de Moskee grotendeels in tact gebleven, en zijn er vele tientallen bijgebouwd. De Portugezen, Nederlanders en Japanners hebben hier in het verleden geen vrienden gemaakt. Echter mede door de inzet en politieke ondersteuning vanuit Nederland, wordt er positief gereageerd op het feit dat wij Hollanders zijn en maar liefs 147 miljoen euro hebben gedoneerd aan de wederopbouw van de stad. Dat wij een attractie op zich zijn was werd wederom duidelijk toen een groep schoolkinderen ontdekten dat wij welwillend waren om op de foto te gaan konden we 10 minuten lang glimlachen voor alle cameraā€™s die tevoorschijn werden gehaald. Onze gids, Mr. Hery nam ons mee naar de perfecte lunchlocatie met typisch Indonesische gerechten waar we met onze (rechter!) hand mochten eten. In een lekker tempo zittend in de zijspan van zijn Becap bracht hij ons net buiten de stad naar het strand bij Joelā€™s bungalows. Dit was het eerste strand dat we zagen tijdens de vakantie. Na een nacht slapen in een hutje tegen de rots hadden we het wel gehad met alle insecten (op elk kledingstuk in de backpack van Paul zaten mieren), het geluid van de Moskee en het niet kunnen zwemmen in de aantrekkelijke zee. We planden onze reis naar MaleisiĆ« en Thailand door met een scooter naar de stad te gaan opzoek naar een internet plek. Die middag vermaakten we ons op ā€˜secret beachā€™ waar je via een jungle route op uit komt en waar vrijwel geen mensen zijn, het eerste strand waar ik een duik kon nemen! De reis gaat verder, lees daarom mijn volgende blog over MaleisiĆ« en Thailand J!

Marrakech

Tijdens de Nederlandse winterperiode is het altijd heerlijk om even naar een ā€˜zonnigeā€™ bestemming te vliegen. Samen met mijn vader (Martin Jelsma) lukte het om, na veel puzzelen, ruimte te vinden in beide agendaā€™s om 4 dagen naar Marrakech te gaan.

Op 25 November 2015 vertrokken we vroeg vanaf Schiphol in een vol vliegtuig naar Marrakech. Daar aangekomen lieten wij ons direct onderdompelen in de lokale gewoonten. We pakten niet een shuttle bus maar gewoon de lokale bus die ons naar Jemaa el Fna, het grote plein midden in de stad. Al zoekende naar ons hotel werden we al snel aangesproken door een gids die ons de weg wel wilde wijzen. Snel wandelend door kleine smalle straatjes kwamen we aan bij een grote dichte deur van Riad Dar Limoun, Zioun Lakdim. De gids een fooi gevende werd de deur geopend en stapten we een mooie binnenplaats van de kleine bed and breakfast, Riad genaamd, binnen. De Franse eigenaren bleken tijdens ons bezoek aanwezig te zijn en wij de enige gasten.

Hongerig verlieten we al vroeg het Riad om de stad te verkennen. We waren nog geen 100 meter op pad toen we al werden verleid om allerlei ā€˜medicinaleā€™ kruiden en specerijen te kopen. Met een zakje lavendel, saffraan en de beroemde Arman Oil gingen we terug naar het plein waar de eerste tajine maaltijd konden nuttigen. De rest van de dag hebben we genoten van de Soeks, de kleine straatjes en de mooie mensen die in allerlei verschillende kledingstijlen kris kras door elkaar liepen. Het opdringerige gevoel van mensen die je van alles aan willen smeren hebben wij niet zo ervaren. Vriendelijk blijven maar duidelijk zeggen dat je er niet van gediend bent of geen interesse hebt, werkt hier goed. Wel bieden veel mannen hun kennis van de stad aan om je wegwijs te maken. Zo kwamen wij veelal met hulp van een gids op allerlei plekjes, achter gesloten deuren, door kleine huisjes , boven op dakterrassen bij de ā€˜echteā€™ Marokkaanse arbeiders.

Een aantal keren hebben we de Hammam bezocht waar je goed onder handen wordt genomen en geheel verzorgd weer naar buiten stapt. Veel bijzondere plekjes zitten verscholen achter kleine deuren. In de oude Medina (stad) word je uitgedaagd om de bijzondere plekjes te zoeken. Martin en ik hebben zo ruim 1 Ā½ uur om het Paleis heen gelopen opzoek naar een verzamelpunt voor een fietstocht door de oude stad. Na veel zoeken uiteindelijk nooit fietsende toeristen ontdekt maar wel een goed beeld gekregen van de gehele omvang van de stad die in een paar dagen prima te bezoeken is.

Het nieuwe Marrakech is vooral populair onder de architecten en ontwerpers, wij gingen opzoek naar de typisch Marokkaanse lampen die ik graag in ons huis wilde ophangen. We ontdekten leuke winkeltjes maar vonden de Arabische sfeer van het oude Medina veel gezelliger. Een echte aanrader is Jarin Majorelle, de prachtige botanische tuin ooit eigendom van modeontwerper Yves Saint Lorent die is opengesteld voor het publiek. Als vrouw had ik geen moeite mij voor de Islam respectvol te kleden, de mensen zijn vriendelijk, als vrouw mag je ook onderhandelen Ć©n je kunt voor 40 eurocent op het plein elk moment van de dag een groot glas verse jus ā€˜d Orange kopen!

Vanwege de lage temperaturen en de vele regen die we hebben gehad werden de lange broeken en jassen goed benut. Vrijwel alle musea hebben we bezocht waaronder maison de la photografie, de oude Koranschool Ben Youssef en de Tanneries, de leerlooierij waar alleen al de geur veel toeristen doet verdrijven. Een bijzonder contact legden we met een kunsthandelaar die ons meerder kopjes thee aanbood en zijn verhaal deed over de kunstenaar. Martin ging met hem dammen in de winkel en met 3 schilderijen onder de arm liepen wij de deur een paar uur later weer uitā€¦

Het was bijzonder om samen met mijn vader op pad te zijn. We hebben veel gewandeld, ontdekt en de cultuur goed opgesnoven. Het voor ons primitieve stadsleven is voor vele Berbers uit het Atlasgebergte al een luxe bestaan. Met een prachtig tapijt, schilderijen en vele andere souvenirs stapten we weer op het vliegtuig terug naar Schiphol. Een paar bijzondere dagen die ik niet snel meer zal vergeten, bedankt pap!

Slovenie

De eerste twee weken van september 2014 hebben Paul en ik de auto vol geladen met kampeerspullen om 10 dagen te genieten van een langverwachte vakantie in SloveniĆ«. Voor alle trossen los konden worden gegooid bezoeken we eerst de gehele familie in Zeeuws Vlaanderen. Na een dag vol gezelligheid rijden we weg van de leuke Bed and Breakfast ā€˜Onderstebovenā€™ in de richting van Luxemburg. De regen waarmee we vertrokken hield helaas lang aan. De geplande mountainbike (MTB) tocht in Luxemburg slaan we daarom over en rijden door naar het zuid oosten, opzoek naar een droge kampeerplaats. Na vele kilometers gereden te hebben zetten we de tent droog op in de buurt van Stuttgart waar we de eerste nacht doorbrengen en ā€™s ochtends vroeg worden gewekt door de regen. Met een natte tent rijden we de gehele dag door naar SloveniĆ« waar we aan het einde van de dag aankomen in een, helaas nat maar prachtig dorpje Bovec. Nadat we 1 nacht geslapen hebben op Camp Liza besluiten we door te rijden naar de kust in de hoop daar een droge dag op te zoeken.

Helaas bleek ook Trieste letterlijk triest te zijn. Je kon beter in zwemkleding de auto uitstappen, zoveel regen op een plek die bekent staat als zonnig en droogā€¦ De keuze voor SloveniĆ« was gemaakt vanwege de uitnodiging om de oom en tante van Paul, Magda en Silvo te bezoeken die een groot deel van het jaar in SloveniĆ« in het dropje Preddvor wonen. We besloten ook de derde dag in de auto te spenderen en reden door naar de hoofdstad Lublijana zodat we alvast in de buurt van Preddvor waren. Lublijana heeft ons verrast, een leuk gezellig stadscentrum, overzichtelijk en mooie oude panden. Dineren langs de grachten met uitzicht op het kasteel ook wel burcht genoemd. Na een leuke klim omhoog waren we net op tijd voor het bijwonen van de rondleiding door de burcht. In een rollenspel werden we door verkleedde gidsen terug in de tijd genomen en ontdekten we de geheimen van het kasteel.

Tijdens reis door SloveniĆ« mag een bezoek aan Ć©Ć©n van de druipsteengrotten niet ontbreken. Wij zochten een weinig toeristische grot op genaamd Skocjan. Deze grot deed ons denken aan the lord of the rings waarbij je over smalle paden langs de rotswand de diepte in kijkt en het denderende overweldigende geluid aanschouwd van het vele water dat onder door de grot raast. De lange route door Ć©Ć©n van de meest bijzondere druipsteen grotten ter wereld staat op UNESCOā€™s wereld erfgoedlijst en is zeker een aanrader!

Terwijl het nog steeds regende besloten we via het kleine plaatsje Idrija een kijkje te nemen bij de kwikmijn. Daar aangekomen konden we nog net met de laatste rondleiding van de dag meekijken. In een hoog tempo vertelde de Duitssprekende gids over de gevaren in de kwikmijn. We vonden het beide bizar om te ervaren hoe benauwend deze werkplek voor vele arbeiders is geweest. Pas vrij recent in 1996 is de mijn gesloten maar de gezondheidsklachten duren nog generaties voort.

In de wijde omgeving van Idrija was helaas geen mogelijkheid tot kamperen. We besloten via de bergpas door te rijden naar Duplje. Laat aangekomen konden we met handen en voeten aan de eigenaresse van Kamp Trnovc uitleggen dat we graag 1 nacht wilden kamperen. Op een verlaten campingplaats mochten we de natte tent opzetten. De volgende dag was het droog!! Alle spullen konden drogen om vervolgens Magda en Silvo te bezoeken. Bij aankomst werd besloten dat we absoluut moesten blijven overnachten in hun huis. We hebben heerlijk gekookt en met de gezelligheid van vrienden Henk en Lies veel schnaps gedronkenā€¦

De volgende regenachtige dag hebben we goed benut door samen de omgeving te verkennen, bij een verlaten berghut koffie te drinken en met de lift bij de Velika Planina omhoog. Volledig uitgerust in regenkleding hebben we de bergwandeling gemaakt, een prachtige omgeving, ook met neerslag!

Het hoogtepunt van ons bezoek was de hilarische maar vooral gezellige typisch Sloveense avond tijdens het dorpsfeest. Silvo was te spreken over de muziek, we hadden geluk met de loterij. We wonnen een zak aardappelen, een massage bon en zelfs de hoofdprijs; een dag autohuur! Over de dansmoves zullen we kort zijn, ik dans niet meer met vreemde oude mannen als ik geen idee heb welke pasjes ik moet zettenā€¦ Alle buikspieren waren door het lachen van iedereen weer getraind.

Moe maar voldaan sliepen we in de kou van de nazomer onze roes uit. Een flinke wandeling van 6 uur stond ons te wachten. Door de vele regenval was er beperkte keuze uit routes maar Magda en Silvo hebben ons absoluut een prachtige route laten zien. Over te op van de Logarska Dolina konden we 1 voet op Oostenrijks grondgebied zetten. Na een pittige afdaling namen we afscheid van elkaar en reden Paul en ik door naar de Bovec via een prachtige route waarbij onze auto heeft moeten afzien. Alle haarspeldbochten, pittige klimmetjes en schitterende uitzichten waren het eindresultaat waard. Terug op Camp Liza konden we de volgende dag doen waar we zover voor hadden gereisd; Mountainbiken, raften en het mooiste, de canyoning tocht maken.

Via het lokale outdoor bedrijfje Terramystica hebben we een mountainbike route gekregen die we geprobeerd hebben te fietsen. Voor mij was deze rotsachtige route iets te veel maar Paul heeft zich goed vermaakt. Omdat deze twee dagen droog (!) waren hebben we alles achter elkaar gepland. De canyon trip was veruit het tofste om te doen. Eerst een stuk wandelen, vervolgens afdalen in een waterparadijs van natuurlijke glijbanen en klimwanden. Het is jammer dat we geen beeldmateriaal hebben kunnen maken maar de lach ging die dag niet meer van onze gezichten. Met dezelfde gids stapten we de kayak in. Een privƩ les waarbij we leuke trucks leerden om achter een steen met stroming te blijven liggen, de rivier oversteken door je gewicht en balans te gebruiken en je optimale route bepalen om snelheid te houden. Net voor het onweer losbarstte kwamen we aan land. Moe maar voldaan nuttigden we een simpele maar lekkere maaltijd en net als vele avonden, kropen we de natte tent vroeg in.

De laatste dagen van de vakantie wil ik het liefst zo kort mogelijk omschrijven. ā€™s Ochtends wakker worden in Bovec met regen was letterlijk de laatste druppel om ons weg te jagen. We hebben de schoonheid van het blauw groene water van de Soca rivier mogen aanschouwen, leuke activiteiten mogen doen en veel gezelligheid gehad bij familie. De mountainbikes hebben een hele reis achterop de auto afgelegd maar zijn helaas maar een paar keer gebruikt maar volledig schoongespoeld op de ruim 2 dagen durende terugreis naar Nederland. Het zwarte woud en winterberg hebben we links moeten laten liggen om uiteindelijk de laatste paar vakantiedagen mĆ©t zon in Nederland door te kunnen brengen. Al met al een natte maar mooie ervaring!