Sumatra, Indonesie

Het is begonnen! De lang verwachtte reis naar Azië begint met een nachtvlucht naar Kuala Lumpur om vervolgens direct door te vliegen naar de hoofdstad van het Indonesische eiland Sumatra, Medan. Aangekomen in de Aziatische drukte, was het leuk om de verbazing van Paul zijn gezicht te lezen tijdens de dolle taxirit naar het hotel. Wakker worden door de zon, ontbijten met Indische lekkernijen (Nasi J) en sfeer proeven buiten de hekken van het hotel waar wij, buitenlanders, de grootste attractie blijken te zijn. Medan is een stad om te ontwijken. Zoals in de lonely planet staat geschreven ‘the worst place to be’. We vertrokken daarom ook snel richting Bukit Lawang, aan de rand van het Gunung Leuser National Park waar we een geweldige Jungle trekking hebben gedaan en samen met de gids Sugar maar liefst 8 (!!) Oerang Oetans in het wild gezien. Ik zal het moment nooit meer vergeten dat deze bijzondere ‘mens’ hangend aan een tak, mijn hand openvouwt om een stukje fruit te pakken en je zo aandoenlijk aankijkt dat je ze het liefst elke dag wel wil opzoeken. Na de jungle tocht mochten we relaxen op een binnenband terwijl de gids ons de rivier liet afgaan.

De Islamitische invloeden zijn duidelijk zichtbaar, veel vrouwen met hoofdoeken en bedekte schouders en knieën. Ik voelde mij niet op mijn gemak om mijn Westerse zomeroutfits te dragen. Dat werd met kleren aan zwemmen en tussen de locals haren wassen in de Bohorok rivier!

Vanuit Bukit Lawang rijden we met een volgepropte ‘toeristbus’ in 5 uur naar Berastagi, het vulkaandorp in de Karo hooglanden waar we in alle vroegte de sunrise boven op de 1400m hoge wilden zien. Samen met de twee Zwitsers Boris en Miriam, beklommen we de, naar rotte eieren (zwavel) stinkende vulkaan waar we al bibberend van de koude lucht een glimp van de zon probeerden op te vangen. Vanwege de bewolking was de sunrise niet zoals gehoopt. Toch was het leuk om de top te beklimmen en via de stoom spuitende gaten de weg naar beneden te vinden en op te warmen in de ‘hotsprings’. We besloten na een lekkere Indische maaltijd voor een prikkie, met z’n vieren een taxi te pakken en door te reizen naar Lake Toba. Tijdens de taxirit deden we verschillende toeristische trekpleisters aan die, voor westerse begrippen, veelal vervallen waren. De Batik houten huizen op palen waar 8 gezinnen op houten planken met stoffen doeken als scheidingswand primitief wonen heeft indruk gemaakt evenals de eindbestemming; de drukke markt in het dorp Parapat waar we uitstapten om de boot te pakken naar Samosir Island.

De oversteek naar Samosir, het vulkanisch eiland omringt met het zoete diepe (>450m) water van Lake Toba was een verademing na de bizarre, soms levensgevaarlijke taxiritten. Uitwaaien op het bovendek van een vol passagiersbootje was heerlijk. Boris en Miriam waren zo vriendelijk om ook voor ons al een accommodatie te boeken net buiten de drukte van het dorpje TukTuk. De boot leverde ons af bij Mas Cottage, waar we voor nog geen 12 euro per nacht een tweepersoonskamer konden boeken op 3 meter van het water. Gevoelsmatig begon de vakantie hier echt, lekker weer, zoet zwemwater zonder teveel rare vissen, heerlijk eten en gezellige backpackers om ons heen en (nog) geen verdere plannen. Uiteindelijk zijn we een week gebleven, vrijwel het gehele eiland rondgereden op de scooters, en mountainbikes, gezwommen, meerdere malen het dorp TukTuk bewandeld en een Indonesische Batak wedding mogen bewonderen. Paul heeft samen met de koks van Mas cottage op verzoek Beef Rendang mogen maken. Als linkshandige plette Paul de specerijen met links waarop de dames erg moesten lachen (daar veegt men iets anders mee af, Paul…). Na een paar uur wachten konden we genieten van overheerlijke Rendang, mmmm!! Ook hier ontmoette we wederom een leuk stel uit Canada, Karen en Bob die we later op Pulau Weh weer zullen zien. Omdat Samosir de enige plek in Sumatra is waar men overwegend Christelijk is, was het hier niet zo’n probleem om in bikini te zwemmen of met korte broek over straat te lopen.

Onze volgende bestemming werd het eiland Pulau Weh. Vanaf Samosir Island boekten we via Mr. Brown “from a small town” een taxi en vlucht naar Banda Aceh, het noordelijkste gedeelte van Sumatra waar in 2004 de Tsunami ramp plaats vond. Met een ferry maakten we de oversteek naar Pulau Weh waar we met Lumba Lumba diving, veel duiken hebben mogen maken. Paul heeft zijn Padi advanced certificaat gehaald en veel duiken hebben we samen kunnen doen. De onderwaterwereld blijft ons verbazen, ook met weinig zicht door de vele plankton waren deze duiken bijzonder. Teveel om op te noemen maar o.a. Parrot fish, dragon fish, seahors en eagleray(!). Het lengte verschil tussen duikinstructrice Titta en Paul leidde vaak tot hilarische momenten vooral bij het navigeren en het maken van zoekslagen (4 voor paul = 8 voor Titta). Het zeer Islamitische eiland was niet geschikt voor zonaanbidders, of naaktlopers. Goed bedekt liep ik elke ochtend 20 min naar ‘mevrouw donut’ om pakketjes Nasi Tolor te halen. Als ik vroeg genoeg kwam (voor 7.30 am) kon ik kleine donuts kopen voor 7 cent per stuk. Elke ochtend werden onze gesprekken iets langer en leerde ik tellen en bestellen in de Bahasa Indonesische taal.

Na ons duikavontuur verplaatsten wij ons naar Freddies in het dorp Sabang. Freddies, bekent om zijn geweldige 4 gangen maaltijden, is een ultieme gastheer op leeftijd. Hij was ontroerd toen ik de groeten van Wies Goedhart (vriendin uit NL) overbracht die een paar jaar geleden hier was. We herenigden met Bob en Karen die hun reis ook voortzetten op Pulau Weh. Samen hebben we het gehele eiland ontdekt op scooters, raakten we in een (handen en voeten) gesprek met twee locals die ons uitnodigden om te genieten van het mooiste uitzicht over de oceaan vanaf hun stukje grond. Op aanraden van velen aten we na lange tijd geen rijst maar pasta bij Bixxio, met Italiaanse kokkin en verrukkelijke Tiramisu.

Overal waar we hebben gereisd op Sumatra viel het mij op dat het plastic probleem hier een enorme schade toe brengt aan de natuur en de onderwaterwereld. Het is schrikbarend hoe weinig aandacht de lokale bevolking lijkt te hebben voor het opruimen van de onverteerbare troep. De omvang van dit probleem is niet voor te stellen. Na een ramp als de Tsunami in 2004 zou je verwachten dat de infrastructuur met de internationale steun, zou zijn verbeterd. Een aantal zichtbare verbeteringen zoals goed begaanbare wegen en vluchtroutes zijn gemarkeerd. Afvalverwerking, riolering of schoon drinkwater zijn nu nog een illusie. Veel toiletvoorzieningen spoel je door met schep water, drinkwater koop je in plasticflessen en als je geluk hebt kun je deze op een aantal plekken opnieuw vullen maar afval wordt niet tot weinig verzameld, opgehaald en vernietigd. Zelfs varend op de oceaan is de plastic vervuiling zichtbaar. De Volvo Ocean race deelnemers merkten dit ook op toen ze begin februari hier voorbij voeren…

Banda Aceh kan je niet voorbij gaan zonder bezoek aan het Tsunami museum. Een ramp van enorme omvang in een toenmalig conflictgebied. De 19 meter hoge verwoestende golf nam alles en iedereen mee. De dieseltanker van 60m en meerdere andere boten liggen nog steeds midden in de stad. Gek genoeg is de Moskee grotendeels in tact gebleven, en zijn er vele tientallen bijgebouwd. De Portugezen, Nederlanders en Japanners hebben hier in het verleden geen vrienden gemaakt. Echter mede door de inzet en politieke ondersteuning vanuit Nederland, wordt er positief gereageerd op het feit dat wij Hollanders zijn en maar liefs 147 miljoen euro hebben gedoneerd aan de wederopbouw van de stad. Dat wij een attractie op zich zijn was werd wederom duidelijk toen een groep schoolkinderen ontdekten dat wij welwillend waren om op de foto te gaan konden we 10 minuten lang glimlachen voor alle camera’s die tevoorschijn werden gehaald. Onze gids, Mr. Hery nam ons mee naar de perfecte lunchlocatie met typisch Indonesische gerechten waar we met onze (rechter!) hand mochten eten. In een lekker tempo zittend in de zijspan van zijn Becap bracht hij ons net buiten de stad naar het strand bij Joel’s bungalows. Dit was het eerste strand dat we zagen tijdens de vakantie. Na een nacht slapen in een hutje tegen de rots hadden we het wel gehad met alle insecten (op elk kledingstuk in de backpack van Paul zaten mieren), het geluid van de Moskee en het niet kunnen zwemmen in de aantrekkelijke zee. We planden onze reis naar Maleisië en Thailand door met een scooter naar de stad te gaan opzoek naar een internet plek. Die middag vermaakten we ons op ‘secret beach’ waar je via een jungle route op uit komt en waar vrijwel geen mensen zijn, het eerste strand waar ik een duik kon nemen! De reis gaat verder, lees daarom mijn volgende blog over Maleisië en Thailand J!

Reacties

Reacties

Jolanda

Ben weer helemaal op de hoogte!! Topverhaal!

Martin Jelsma

Zo te lezen hebben jullie de lokale sfeer goed kunnen proeven. Letterlijk en figuurlijk. Linksom en rechtsom.

Irene

Heerlijk verhaal! Krijg je reiszin van! Dikke zoen uit Belgie

Sijanda Jelsma

Zo lezend komt het vakantiegevoel wel boven! Mooi dat je het zo deelt met ons met anderen. Dikke zoen!

Zita

Kan niet wachten op de volgende blog. Superleuk verslag. xx

Florin

Heb gister veel verhalen al gehoord maar toch erg leuk om ook te lezen! Ben benieuwd naar het volgende reisverhaal.

Sylvia

Ontzettend leuk om te lezen...ben benieuwd naar de rest van het verhaal!!!! Xxx

Magda

Prachtig beschreven - zo krijg je er een goede voorstelling van.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!